1.05M
Categories: literatureliterature lingvisticslingvistics

Vragen over de inhoud

1.

Vragen over de inhoud
DEEL
1

2.

Vragen over de
inhoud
1. Noem de helden van het sprookje.

3.

1
2. Wie is wie?
Vragen over de
inhoud
a) Het nijlpaard
2
b) De mier
c) De eekhoorn
3

4.

Vragen over de
inhoud
3. Waarom besloot het nijlpaard naar de
lucht te verhuizen?

5.

Vragen over de
inhoud
4. Hoe kwam het nijlpaard naar de lucht?
Wat heeft hij ervoor gebruikt?

6.

Vragen over de
inhoud
5. Wat nam het nijlpaard mee wanneer
het naar de hemel verhuisde? (3 dingen)

7.

Vragen over de
inhoud
6. Vond het nijlpaard het leuk om in de
lucht te leven? Wat dacht het erover?

8.

Vragen over de
inhoud
7. Waarom besloten de eekhoorn en de
mier het nijlpaard te bezoeken?

9.

Vragen over de
inhoud
8. Wat besloten ze hem te geven en
waarom?

10.

De vijver

11.

Vragen over de
inhoud
9. Hoe reageerde het nijlpaard op het
cadeau? Wat begon het meteen te doen?

12.

Vragen over de
inhoud
10. Wat verwachtten de eekhoorn en de
mier van het nijlpaard? Wat heeft ze van
streek gemaakt?
* Van streek maken –
расстроить кого-то

13.

Vragen over de
inhoud
11.
Waarom heeft het nijlpaard het gedaan?
Wat is uw indruk van dit personage?
Wat is de moraal van het verhaal?

14.

OEFENINGEN
DEEL
2

15.

1. Noem de spullen die het nijlpaard
meenam.
Oefeningen

16.

Oefeningen
De vork
Het bed
Het krukje

17.

2. Vul in DE \ HET \ EEN:
Oefeningen
Hij zette ___ krukje neer, legde ___ vork eronder,
schoof ___ bed ernaast en was tevreden.
Soms, bij helder weer, konden ___ dieren in ___ bos
hem zien zitten, op zijn krukje.
Maar toen hij jarig was besloten ___ mier en ___
eekhoorn echt bij hem op bezoek te gaan. Even later
klommen zij langs ___ ladder omhoog, ___ eekhoorn
met ___ vijver op zijn schouders en ___ mier voorop.
Zo'n beetje iets boven ___ gras, zodat je nog net je
voordeur in en uit kan springen. Of op ___ zon.
Pas laat in ___ avond waren zij weer terug in ___ bos.

18.

Oefeningen
3. Vertaal de woorden en noem 3
werkwoordformen

19.

Timmeren
‘Hij had nog ergens een paar ladders liggen, timmerde
ze aan elkaar vast en zette ze rechtop in het gras naast
de rivier.’
Timmeren – timmerde – getimmerd
колотить (молотком)

20.

Klimmen
‘Even later klommen zij langs de ladder
omhoog’
Klimmen – klom – geklommen
забраться, подниматься

21.

Vestigen
‘Hij klom omhoog, wrong zich door een wolk heen en vestigde
zich in de lucht.’
Vestigen
– vestigde – gevestigd
обосноваться, осесть, пустить корни

22.

Neerzetten
‘Hij zette het krukje neer, legde de vork eronder, schoof het
bed ernaast en was tevreden.’
Neerzetten – zette neer – neergezet
поставить, положить

23.

Zwijgen
‘Nou,’ zei de mier, ‘ik zou wel wat hoger willen wonen. Zo'n
beetje iets boven het gras, zodat je nog net je voordeur in en
uit kan springen, maar wel helemaal los. Of op de zon.’
De eekhoorn zweeg.’
Zwijgen – zweeg – gezwegen
молчать

24.

Tillen
‘We hebben een cadeautje voor je!’ zei de mier.
Hij tilde de vijver van de rug van de eekhoorn en legde hem
neer, niet ver van het krukje.’
Tillen – tilde – getild
поднять, таскать

25.

Roepen
‘O!’ riep het nijlpaard. ‘De vijver!’
Roepen – riep – geroepen кричать,
позвать

26.

Knikken
‘Zij rustten uit van hun tocht en knikten naar het nijlpaard
telkens als hij voorbij zwom.’
Knikken – knikte – geknikt
кивать

27.

Bedanken
‘Hij bedankte hen uitvoerig, en breed glimlachend wuifde hij
hen na toen zij langs de ladder naar beneden gingen.’
Bedanken – bedankte – bedankt
благодарить

28.

Verdwijnen
‘O!’ riep het nijlpaard. ‘De vijver!’ Hij krabbelde overeind, nam
een aanloop en verdween meteen onder water.’
Verdwijnen – verdween – verdwenen
исчезнуть

29.

Vertaal de woorden
uitalleen
de tekst
4.
Allernoodzakelijkste
‘Hij besloot
het
allernoodzakelijkste mee te nemen’
Все самое важное
Vermoedelijk ‘Maar hij keek nooit terug en had het
vermoedelijk goed naar zijn zin.’
Oefeningen
Вероятно, скорее всего
Langsgaan ‘Soms wilde iemand wel eens
bij hem
langsgaan’
Зайти (в гости), заскочить
Halverwege ‘...vroeg de eekhoorn, toen zij een uur
hadden geklommen en nog lang niet halverwege de
lucht waren.’
На полпути к
Удивление
De verbazing ‘Het nijlpaard schrok wakker en
viel van
verbazing achterover...’
English     Русский Rules