Similar presentations:
De woordkaarten van. Cursus 1. Module 7
1.
de woordkaartenvan cursus1 module 7
2.
dag 13.
de beer4.
de knop5.
de cd-speler6.
de muziek7.
de rok8.
dansen9.
zingen10.
hard-zacht11.
langzaam-snel12.
nieuw-oud13.
langs (het water)14.
tegen (een muur)15.
het woord van de dag 1: dansen16.
Het verhaal dag 1Klik op
17.
de verhaalplaten van dag 118.
de verhaalplaten van dag 119.
de verhaalplaten van dag 120.
de verhaalplaten van dag 121.
de verhaalplaten van dag 122.
dag 223.
de beker24.
• het bord25.
de boter26.
• het drinken27.
• het eten28.
de kip29.
de koffie30.
de lepel31.
de limonade32.
• het mes33.
de patat34.
de rijst35.
de thee36.
de vis37.
• het vlees38.
• het voedsel39.
de vork40.
eten41.
proeven42.
lekker43.
vies44.
het woord van de dag 2:lhet eten en het drinken
45.
dag 346.
de wip47.
de glijbaan48.
de kar49.
• het klimrek50.
de speeltuin51.
• het springtouw52.
durven53.
duwen54.
zin hebben in55.
klimmen56.
trekken57.
(armen)wijd58.
naar beneden/omlaag59.
naar boven/omhoog60.
op en neer61.
vanmorgen62.
vanmiddag63.
het woord van de dag 3: de speeltuin64.
Het verhaal dag 3Klik op
65.
de verhaalplaten van dag 366.
de verhaalplaten van dag 367.
de verhaalplaten van dag 368.
de verhaalplaten van dag 369.
dag 470.
de lamp71.
• het brood72.
• het touw73.
de vuist74.
slaan75.
vragen76.
gillen77.
smal78.
breed79.
het woord van de dag 4:breed en smal